Wetenschappelijke betekenis |  | Het enzym alanine aminotransferase (ALT) fungeert evenals het enzym aspartaat aminotransferase (AST) als katalysator in het aminozuurmetabolisme. Beide enzymen komen voor in verscheidene weefsels o.a. lever, nier, hartspier en skeletspier.
Aangezien ALT in hoge concentratie aanwezig is in de hepatocyten, wordt een verhoging van de activiteit in serum beschouwd als een indicatie voor leverbeschadiging. Een verhoogde enzymactiviteit van ALT in het serum wordt waargenomen bij hepatitis, cirrose, obstructieve geelzucht, levercarcinoom en chronisch alcohol misbruik.
Een beperkte toename in ALT in het serum is ook waar te nemen bij myocardinfarct door de lagere ALT-activiteit ter hoogte van het hart.
Bij leveraandoeningen stijgt ook de hoeveelheid aan AST in het serum. De leverspecificiteit van het enzym AST is echter geringer omdat ook andere vrij grote weefsels vergelijkbare of zelf hogere AST-concentraties bevatten. Bovendien heeft AST een korter halfleven dan ALT waardoor de stijging in AST activiteit in het serum minder lang aanhoudt.
Bron: Wegwijzer in Laboratoriumdiagnose, X.Bossuyt |