Wetenschappelijke betekenis | | Spondylarthropatie is een gemeenschappelijke noemer voor verschillende reumatische aandoeningen. Tot de groep van spondylarthropatieën behoren onder meer reactieve artritis, bepaalde vormen van kinderreuma, artritis bij personen met psoriasis, de ziekte van Crohn en de ziekte van Bechterew (ook Ankylosing spondylitis (AS) genoemd).
De spondylarthropatieën vertonen allemaal gemeenschappelijke symptomen. Kenmerkend is reumapijn die een ontstekingskarakter heeft met vaak nachtelijke pijn en ochtendstramheid. Dit is vooral geconcentreerd rond de ruggengraad en heiligbeenbekkengewrichten. In families van patiënten zijn er vaak verwanten die lijden aan een gelijkaardige reumakwaal of een verwante aandoening.
De reumafactor in het bloed die kenmerkend is voor reumatoïde artritis, is afwezig bij patiënten met spondylarthropatie. Zo wordt het onderscheid tussen reumatische artritis en spondylarthropatie gemaakt.
De exacte oorzaak van de ziekte van Bechterew is nog niet duidelijk, maar er werd wel vastgesteld dat genetische factoren een essentiële rol spelen bij de ontwikkeling van deze vorm van spondylarthropatie.
Humane leukocytenantigenen (HLA) zijn antigenen die aanwezig zijn op alle lichaamscellen, behalve op de rode bloedcellen. Van een aantal ziekten is aangetoond dat het hebben van een bepaald HLA-type de kans op het ontwikkelen van die ziekte groter of kleiner maakt. Dragers van bepaalde HLA-typen zijn dan onder- of oververtegenwoordigd onder de lijders aan deze ziekte.
De aanwezigheid van het humane leukocyt antigen HLA-B*27 is sterk geassocieerd met AS maar ook met andere vormen van arthritis. Meer dan 90% van de patiënten met AS zijn drager van het HLA-B*27 antigen, maar slechts 2% van de HLA-B*27 positieve populatie zal uiteindelijk AS ontwikkelen. De exacte pathogene rol van HLA-B*27 is nog steeds niet opgehelderd (Bowness Paul, Annu. Rev. Immunol. 2015).
|