Wetenschappelijke betekenis | | Het WT1 gen, gelokaliseerd op chromosoom 11, codeert voor een zinkvinger eiwit en is een tumor suppressor gen dat een sleutelrol speelt in de carcinogenese van Wilms tumor (childhood kidney neoplasm).
Er zijn 4 verschillende splice varianten gekend: isovormen A, B, C en D.
De normale expressie van WT1 is beperkt tot enkele weefsels: ontwikkelende en foetale nieren, ovary, testis en milt.
T.o.v. deze weefsels expresseert normaal beenmerg 10 tot 1000 keer minder WT1, terwijl in PB WT1 bijna niet detecteerbaar is.
Er werd vastgesteld dat in BM of PB van patiënten met ALL of AML er vaak een verhoogde WT1 genexpressie aanwezig is, die terug normaliseert wanneer de patiënt in remissie is. De verhoogde expressie van WT1 in leukemische cellen is dus aberrant, en kan niet teruggevonden worden in normale celpopulaties met eenzelfde fenotype (sporadisch vindt men toch CD34+ normale cellen met hoge WT1 expressie). De verhoogde WT1 expressie speelt mogelijk een rol in de leukemogenese.
Niet alle leukemie patiënten vertonen een verhoogde WT1 genexpressie bij diagnose. Bovendien werd vastgesteld dat zowel heel hoge als heel lage WT1 expressie niveaus teruggevonden worden wat wijst op een heterogene WT1 genexpressie binnen éénzelfde ziekte entiteit.
Bij afwezigheid van een meer specifieke MRD merker zoals een translocatie kan WT1 overexpressie gebruikt worden als MRD merker. Er werd aangetoond dat monitoring van WT1 expressie na start van therapie kan gebruikt worden om de response op therapie te volgen. Een stijging van de WT1 expressie kan vastgesteld worden vooraleer er een duidelijke hematologische relapse wordt waargenomen.
Bij MDS is het expressieniveau van WT1 een prognostische merker. Een sterke correlatie werd vastgesteld tussen de hoeveelheid WT1 genexpressie en het percentage blasten en/of de IPSS.
|