Wetenschappelijke betekenis | | Het rotavirus wordt beschouwd als de meest frequente verwekker van acute gastro-enteritis bij kinderen. De grootste incidentie van rotavirusinfectie wordt gezien bij kinderen die 6 maanden tot 2 jaar oud zijn en de meeste gevallen worden geregistreerd in de wintermaanden. De veroorzaakte diarree kan zo heftig zijn dat parenterale vloeistoftoediening noodzakelijk is om uitdroging van het patiëntje te voorkomen. Het virus is een belangrijke oorzaak van zuigelingensterfte in ontwikkelingslanden. In ziekenhuizen en in kleuterverblijven is rotavirus dikwijls de oorzaak van zaalepidemieën. Rotavirus is ook een belangrijke verwekker van nosocomiale diarree, voornamelijk op kinderafdelingen. Volwassenen hebben vaak minder uitgesproken symptomen en zijn ook vaker asymptomatisch. Het rotavirus kan ook verantwoordelijk zijn voor reizigersdiarree.
De voornaamste bron van rotavirus zijn besmette kinderen. Transmissie gebeurt van mens tot mens via de faeco-orale weg. Men vermoedt dat, zoals bij vele andere nosocomiale pathogenen, transmissie via besmette handen een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van rotavirusepidemieën in instellingen en ziekenhuizen.
Als preventie van rotavirusenteritis in ziekenhuizen is een goede handhygiëne belangrijk, naast een snelle opsporing van nieuwe gevallen waardoor meer specifieke isolatiemaatregelen kunnen worden getroffen. Controle van rotavirusinfecties zal echter pas efficiënt worden na de introductie van vaccinatieprogramma's. Er is recent een vaccin ontwikkeld tegen het rotavirus. |