Wetenschappelijke betekenis | |
Totaal protoporfyrine in erythrocyten: screeningstest bij cutane porfyrieën, zeker indien acute niet-blaarvormende fotosensitviteit. Samen aan te vragen met porfyrines in plasma en in geval van verdenking op chronische blaarvormende fotosensitiviteit eveneens met totale porfyrines in urine. Voor meer gedetailleerde informatie over de plaats van deze test in de diagnostiek van porfyrieën, cf. infra.
**Algemeen**
De porfyrieën zijn een verzameling zeldzame metabole aandoeningen, veroorzaakt door defecten in de enzymes die instaan voor de synthese van heem. Afhankelijk van waar in de heemsynthese het enzymdefect zich bevindt, zullen andere intermediairen in de heemsynthese opstapelen en deze veroorzaken vervolgens de verschillende klinische presentatievormen.
**Klinisch**
Porfyrieën die acute aanvallen veroorzaken worden ook wel “acute porfyrieën” genoemd, porfyrieën die huidletsels veroorzaken “cutane porfyrieën”. Cutane porfyrieën kunnen klinisch ingedeeld worden porfyrieën met acute (niet-blaarvormende) fotosensitiviteit en porfyrieën met chronische blaarvormende fotosensitiviteit. Er zijn twee zeer zeldzame entiteiten die zowel cutane als acute aanvallen kunnen veroorzaken (Porfyria Variegata (PV) en Hereditaire CoproPorfyrie (HCP)), de andere porfyrieën zijn onder te verdelen in één van de drie presentatievormen. De meest frequente acute porfyrie is acute intermittente porfyrie (AIP), de meest frequente niet-blaarformende cutane porfyrie is erythropoietische protoporfyrie (EPP) en de meest frequente blaarvormende cutane porfyrie is porfyria cutanea tarda (PCT). Deze laatste presenteert meestal op latere leeftijd en is vaak (>75% van de gevallen) verworven (alcohol, roken, hepatiis C, oestrogenen, HIV infectie,…).
De drie klinische presentatievormen, inclusief de porfyrieën die hier in onderverdeeld zijn en hun respectievelijke enzymdefecten:
1) Acute neuroviscerale aanvallen (“acute porfyrieën”)
o Acute Intermittente Porfyrie (AIP), defect porfobilinogeen deaminase
o dALA dehydratase deficiënte porfyrie (ADP), defect dALA dehydratase
o Porfyria Variegata (PV), defect protoporfyrinogeen oxidase
o Hereditaire coproporfyrie (HCP), defect coproporfyrinogeen oxidase
2) Niet-blaarvormende acute fotosensitiviteit
o Erythropoietische ProtoPorfyrie (EPP), defect ferrochelatase (of zeldzaam CPLX defect)
o X-linked ErythroPoietische Protoporfyrie (XLEPP), gain of function mutatie ALA-synthetase 2.
3) Chronische blaarvormende fotosensitiviteit
o PV (cf. supra)
o HCP (cf. supra)
o Congenitale Erythropoietische Porfyrie (CEP), defect uroporfyrinogeen III synthase
o Porfyria Cutanea Tarda (PCT), meestal verworven defect uroporfyrinogeen decarboxylase
o HepatoErythrocytaire Porfyrie (HEP), autosomaal recessief defect uroporfyrinogeen decarboxylase
**Labotesten**
De labotesten worden onderverdeeld in screeningstesten en tweedelijns testen ter verdere uitwerking van de diagnose. De screeningstesten die in eerste instantie dienen aangevraagd te worden hangen af van de klinische presentatie.
·Screeningstesten
1) Acute neuroviscerale aanval
o Delta-aminolevulinezuur (ALA) en porfobilinogeen (PBG) in urine
§Rationale: Acute aanvallen worden veroorzaakt door opstapeling van ALA en PBG. Typisch is PBG sterker gestegen dan ALA, en tijdens een acute aanval is deze vaak sterk verhoogd (>4xULN). Merk op dat ALA en PBG uitscheiding tussen aanvallen normaal kan zijn bij een persoon met porfyrie.
§ Merk op dat (vooral) ALA en (in mindere mate) PBG ook verhoogd kunnen zijn bij loodintoxicatie.
o Totale porfyrines in urine
§ Rationale: Bij alle acute porfyrieën zijn totale porfyrines in urine verhoogd tijdens een aanval. Hier geldt eveneens dat deze test negatief kan zijn tussen aanvallen.
2) Niet-blaarvormende acute fotosensitiviteit
o Porfyrines in plasma
o Totale protoporfyrines in erythrocyten (“FEP test”)
§Bij verhoging wordt er gefractioneerd in Zn-protoporfyrine en protoporfyrine
3) Chronische blaarvormende fotosensitiviteit
o Totale porfyrines in urine
o Porfyrines in plasma
·Tweedelijnstesten (uitwerking diagnose)
1) Acute porfyrieën
o Bij verhoging PBG, ALA en totale porfyrines in urine dient er enerzijds een fractionering te gebeuren van de porfyrines in urine, en anderzijds een bepaling van porfyrines in plasma. Exclusie van loodintoxicatie kan ook aangewezen zijn door bepaling lood in bloed. Afhankelijk van de resultaten hiervan kunnen volgende testen aangewezen zijn: porfyrines in stoelgang, PBG deaminase activiteit in rode bloedcellen of organische zuren bepaling in urine. Zie hiervoor flowchart Lefever et al. 2022.
2) Cutane porfyrieën
o Indien totale porfyrines in urine gestegen zijn dan dienen deze gefractioneerd te worden. Dit houdt in dat er met een HPLC methode bepaald wordt over welke porfyrines het gaat: uroporfyrines, coproporfyrines en andere afgeleiden zoals bv. heptacarboxylporfyrine in geval van PCT. Afhankelijk van welke porfyrines verhoogd zijn en afhankelijk van het resultaat van de porfyrines in plasma test kan het soms aangewezen zijn om nog porfyrines in stoelgang te bepalen.
De finale diagnose wordt gesteld op basis van de kliniek en de resultaten van zowel de screenings-als tweedelijnstesten, cf. flowchart Lefever et al. 2022.
**Bronnen**
o UpToDate 2022 – Porphyrias: An Overview
o Tietz Textbook Of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics, Sixth Edition (2018)
o Lefever et al. – Development and validation of diagnostic algorithms for the laboratory diagnosis of pophyrias. J Inherit Metab Dis. 2022 |