Laboratoriumgeneeskunde

Campus Rumbeke
Campus Brugsesteenweg Roeselare
Campus Menen
Campus Tielt
Campus Torhout








Afname van capillair bloed
Afnameprocedure - Algemeen- WP.ALG Afnameprocedures algemeen
DocNrVersieStatusGewijzigd door
BA.ALG.12DefinitiefLut Gheysens
Aangemaakt opVerstuurd opGeldig vanGeldig totGearchiveerd op
07/03/202216/03/202213/04/202213/04/2025


periodieke revisie: geen wijzigingen

Hide details for 0. Locatie geprinte officiële versie0. Locatie geprinte officiële versie
Printbeheer: niet van toepassing
Show details for 1. Definities – termen – afkortingen1. Definities – termen – afkortingen
Show details for 2. Onderwerp2. Onderwerp
Show details for 3. Benodigdheden-materiaal3. Benodigdheden-materiaal
Hide details for 4. Voorbereiding patiënt4. Voorbereiding patiënt
4.1 Identificatie
Verificatie van de identiteit gebeurt door het actief bevragen van de patiënt naar minstens 2 identificatiegegevens en, in geval van verblijvende patiënt, controle van het zorgbandje op De identiteit wordt vervolgens gecheckt met de ordergegevens (orderetiketten, aanvraagformulier, ...).
De staalname kan niet uitgevoerd worden zolang geen sluitende identificatie mogelijk is!

4.2 Voorbereiding
Informeer de patiënt over de bloedname en stel hem gerust indien nodig.
Help hem in een comfotabele houding, liggend of zittend, maar zodanig dat de hand naar beneden kan worden gehouden.
Zorg ervoor dat het nodige materiaal en de te vullen recipiënten binnen handbereik zijn.
Hide details for 5. Procedure-werkwijze5. Procedure-werkwijze
- De prikker moet correcte handhygiëne toepassen: ontsmetten van de handen.
Omdat het een open bloedafnamesysteem betreft, de afname steeds met handschoenen uitvoeren.
- Zoek een geschikte prikplaats: warm, vrij van oedeem, niet geïnfecteerd.
Eerder geprikte plaatsen best vermijden.



- Om de perifere circulatie te verbeteren kan je de hiel of vinger met een vochtig doekje <42°C (niet warmer!) opwarmen gedurende 3-5 minuten. Bij een betere doorbloeding hoeft er minder gestuwd te worden.

- Ontsmet de prikplaats met het ontsmettingsmiddel, wacht 30 sec. tot het ontsmettingsmiddel opgedroogd is, vooraleer te prikken.
- Verwittig de patiënt en prik met de lancet of prikpen.
- Verwijder de eerste bloeddruppel met een droog gaasje omdat deze weefselvocht bevat.
- Vang de volgende druppels op in het gewenste recipiënt.
Afhankelijk van het type recipiënt worden de druppels drop by drop verzameld of opgenomen via capillariteit.
De bloeding kan gestimuleerd worden door de hand vanuit de handpalm naar het midden van de vinger toe te wrijven.

Let wel , knijpen of melken van de prikplaats moet absoluut vermeden worden omdat het staal dan verdund wordt met extracellulair vocht.
In geval van staalafname voor bloedgassen zijn luchtbellen niet gewenst.
- Als het staal genomen is: druk de prikplaats af met een gaasje of tampon totdat het bloeden stopt.
- Deponeer de lancet in een geschikte afvalcontainer.


Hide details for 6. Nazorg patiënt6. Nazorg patiënt
- Informeer of alles ok is bij de patiënt.
- Dek de prikplaats af met een pleistertje.
Show details for 7. Nazorg monsters7. Nazorg monsters
Show details for 8. Documentatie8. Documentatie


Gerelateerde documenten: