Zij is van toepassing voor alle bevoegde zorgverstrekkers die bloedafnames verrichten voor Laboratoriumgeneeskunde van AZD-SAT. Een correcte pre-analytische fase is een basisvoorwaarde voor nauwkeurige en sluitende laboratoriumdiagnostiek. Analysespecifieke richtlijnen zijn beschreven in de Labogids. Bij eventuele vragen bel het lab call center ☏ 051 23 7196. 3. Benodigdheden-materiaal
Ook bij het dragen van handschoenen blijven de indicaties voor handhygiëne gelden: na elke staalafname worden de handschoenen verwijderd en de handen ontsmet. Voorkom prikongevallen! - Nooit de naald recappen! - Verwijder naalden en ander prikmateriaal onmiddellijk in een naaldcontainer. 5.2 Tijdstip van bloedname Het optimale moment voor de bloedafname is 's morgens na bedrust bij een nuchtere patiënt. Concreet betekent dit dat men de avond voordien vanaf 22.00 uur niet meer mag eten of drinken. Het niet nuchter zijn heeft vooral invloed op de bepaling van stoffen die uit de voeding als dusdanig geresorbeerd worden (glucose, triglyceriden, ...). Onrechtstreeks kunnen lipemische stalen (verhoogde triglyceriden) technisch interfereren met de bepalingen. Voor patiënten die parenterale voeding krijgen, is het wenselijk de bloedafname te verrichten zo lang mogelijk na het stoppen van de voeding, om zo een toestand van vasten het best te benaderen. Sommige analyses vereisen afname op een specifiek tijdstip (curves, stimulatietesten, dal- en piekwaarden van medicatie, ...). Raadpleeg de Labogids voor specifieke informatie. 5.3 Prikplaats 5.4 Knelband Breng een knelband ongeveer een handbreedte boven de punctieplaats aan. Stase of stuwing vermijden! Bij het zoeken naar de geschikte prikplaats kan het soms nodig zijn gebruik te maken van de knelband. In dit geval mag de knelband niet langer dan 2 min aangelegd worden, desnoods knelband lossen, even wachten en terug aanleggen. Opgelet: Langdurig afknellen van de vene kan de resultaten vertekenen (hemoconcentratie waardoor hematocriet, celtelling en alle proteïnegebonden stoffen foutief verhoogd zijn). De patiënt niet laten pompen! Ook pompbewegingen kunnen mogelijks zorgen voor verhoogd K+ of Mg2+. 5.5 Ontsmetten van de prikplaats - Ontsmet de huid met een antisepticum voor cutaan gebruik. Zodra het antisepticum verdampt is (ongeveer 30 seconden), is de huid ontsmet. - Indien je de ader nog wenst te palperen, moet je ook de vingertoppen waarmee je palpeert ontsmetten. 5.6 Afname van S-Monovette tubes (Sarstedt)