Laboratoriumgeneeskunde

Campus Rumbeke
Campus Brugsesteenweg Roeselare
Campus Menen
Campus Tielt
Campus Torhout








Afname van veneus bloed
Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.AB-RUM Ambulante bloedafname campus Rumbeke; Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.SATM Satellietlabo Menen; Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.SATS Satellietlabo Stadscampus; Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.SATSRT Satellietlabo Torhout; Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.SATL Satellietlabo Tielt; Afnameprocedure - Ambulante bloedafname- WP.BM Betamedics
DocNrVersieStatusGewijzigd door
BA.AB.55DefinitiefInge Van haute
Aangemaakt opVerstuurd opGeldig vanGeldig totGearchiveerd op
25/03/202112/04/202127/04/202127/04/2024



Hide details for 0. Locatie geprinte officiële versie0. Locatie geprinte officiële versie
nvt
Hide details for 1. Definities – termen – afkortingen1. Definities – termen – afkortingen
AZD AZ Delta Ziekenhuis
GLIMS General Laboratory Informatica Management System
HiX Ziekenhuis informatiesysteem van AZD
LIS Laboratorium informatica systeem
MLT Medisch laboratorium technoloog
SAT Sint Andriesziekenhuis Tielt
venapunctie afname van veneus bloed
Hide details for 2. Onderwerp2. Onderwerp
Deze procedure is een standaard werkinstructie voor het afnemen van veneuze bloedstalen voor analyse in het klinisch laboratorium.

Zij is van toepassing voor alle bevoegde zorgverstrekkers die bloedafnames verrichten voor Laboratoriumgeneeskunde van AZD-SAT.
Een correcte pre-analytische fase is een basisvoorwaarde voor nauwkeurige en sluitende laboratoriumdiagnostiek.

Analysespecifieke richtlijnen zijn beschreven in de Labogids.
Bij eventuele vragen bel het lab call center ☏ 051 23 7196.
Hide details for 3. Benodigdheden-materiaal3. Benodigdheden-materiaal


Afnamemateriaal (=recipiënten) per analyse: zie Labogids, Algemeen aanvraagformulier (Sarstedt tubes), Aanvraagformulier HWHP en Aanvraagformulier extramuraal: Greiner Vacuette tubes.
Overzicht van de beschikbare recipiënten: zie Afnamematerialen.
Voor meer info contacteer het lab call center: 051 23 7196.

* Bij “normale” bloedafnames wordt een gewone naald te gebruikt.
Maar bij moeilijke bloedafnames, bij kinderen, of wanneer de patiënt dit expliciet vraagt, wordt een vleugelnaald gebruikt.
Hide details for 4. Voorbereiding patiënt4. Voorbereiding patiënt

Hide details for 4.1 Identificeer de patiënt4.1 Identificeer de patiënt

4.1.1 Phlebotomie (intra muros)
Patiënten-ID en barcode labels van de geprikte stalen worden bij toepassing van de phlebotomie-module (AZ delta, HiX) gescand en automatisch gelogd in het ZIS, waardoor eventuele fouten gereduceerd worden.
Zie Phlebotomie handleiding (Infoland AZD).

4.1.2 Manuele identificatie van de patiënt
Verificatie van de identiteit gebeurt door het actief bevragen van de patiënt naar minstens 2 identificatiegegevens en in geval van verblijvende patiënt, controle van het zorgbandje op De identiteit wordt vervolgens gecheckt met de ordergegevens (orderetiketten, aanvraagformulier, ...).
De staalname kan niet uitgevoerd worden indien geen sluitende identificatie mogelijk is!
Hide details for 4.2 Voorbereiding van de patiënt4.2 Voorbereiding van de patiënt
Show details for 5. Procedure-werkwijze5. Procedure-werkwijze
Hide details for 6. Nazorg patiënt6. Nazorg patiënt
Na het vullen en afnemen van het laatste recipiënt:
- Druk met een droog compres op de prikplaats terwijl je de naald verwijdert. Hierdoor wordt voorkomen dat een hematoom ontstaat.
- Als dat mogelijk is, vraag aan de patiënt of hij zelf het compres kan aandrukken tot het bloeden ophoudt. De arm moet hierbij gestrekt worden gehouden, niet plooien!
Indien de patiënt niet in staat is om op de prikplaats te drukken: vraag hulp of gebruik uw knelband. De knelband niet te strak aanspannen.
Wrijf niet met het compres over de prikplaats, daardoor wordt de primair gevormde bloedprop verwijderd en zal de punctieplaats langer zal bloeden.
- Stop pas met aandrukken als het bloeden is opgehouden.
- Breng een pleister aan op de punctieplaats.
Hide details for 7. Nazorg monsters7. Nazorg monsters

Onmiddellijk na de bloedname, aan het bed van de patiënt of aan de prikstoel: identificeer de afgenomen bloedstalen zoals beschreven in BA.ALG.3 Labeling van labostalen Docbeheer AZD.

Verzamel ze in een plastic zipperzakje, desgevallend samen met het papieren aanvraagformulier, en bezorg ze zo snel als mogelijk aan het labo met inachtneming van specifieke transportcondities (zie labogids).
Hide details for 8. Documentatie8. Documentatie



Gerelateerde documenten: